Op een mooie locatie in Bennekom staat sinds 2020 het eerste Mooi Leven Huis van Nederland. Een thuis voor 27 mensen met een intensieve zorgvraag. Het Mooi Leven concept is ontwikkeld door Co de Gooyer en Paul van Dalfsen, zelf ouders van kinderen met een meervoudige beperking. Het huis kenmerkt zich door teamspirit en een hechte samenwerking tussen ouders en zorgprofessionals. Het woonzorgconcept van Mooi Leven blijkt inspirerend: inmiddels zijn er zo’n vijftien Mooi Leven Huizen in Nederland in oprichting, waarvan Puur Natuur er één is.
Hoe is dit Mooi Leven idee ontstaan? En hoe komt het dat het zo aanspreekt en zo goed werkt?
In dit verhaal vertelt Co de Gooyer ons hoe hij samen met zijn vriend en mede-initiatiefnemer Paul van Dalfsen na een proces van trial and error tot dit bijzondere concept kwam.
Eerst nog even terug naar het Mooi Leven Huis in Bennekom, waar ook Jade woont, de dochter van Co. Uitgangspunt is de bewoners hun mooiste leven laten leiden. Wat moet je je voorstellen bij zo’n Mooi Leven Huis? Jade (25) is volledig afhankelijk van zorg en heeft in het Mooi Leven Huis haar eigen thuis: een studio met keukentje en badkamer. Ze krijgt er haar persoonlijke zorg en begeleiding, maar maakt ook deel uit van een liefdevolle, veilige gemeenschap waar ze helemaal zichzelf kan zijn. Haar ouders kunnen er zijn wanneer ze maar willen.
Het Mooi Leven Huis is goed georganiseerd. Warm en met aandacht, zoals het gezinsleven thuis. De basiszorg, begeleiding en dagbesteding liggen vast per bewoner op basis van indicaties en wordt geleverd door een gecontracteerde zorgorganisatie. De verdere zorg en ondersteuning – de dingen die het leven mooi maken – regelen de ouders zelf in overleg met de zorg. Bijvoorbeeld door vrijwilligers in te zetten, een netwerk op te bouwen en door sponsoring. Zo zijn er vrijwilligers die boodschappen doen, boterhammen smeren, koken en die helpen bij de dagelijkse activiteiten van de bewoners. Het is een thuisplek waar familie centraal staat.
Het Mooi Leven Huis kwam in een jaar of zes van de grond, als initiatief van ouders die een passende woonsituatie voor hun kinderen zochten. Het moest iets worden dat beter bij hen aansloot dan de bestaande mogelijkheden. Co was een van die ouders en kon er zijn jarenlange kennis en ervaring inzetten. “Ook het Mooi Leven Huis begon ooit met een droom.”
Het verhaal achter het Mooi Leven Huis
Achter het Mooi Leven Huis zit een visie waaraan een proces van jaren voorafging. Co de Gooyer en Paul van Dalfsen leerden elkaar kennen vlak na de diagnose van de dochters van Co. “Mijn dochters Linde en Jade waren vijf en bijna drie”, vertelt Co. “Het waren gezonde kinderen die ogenschijnlijk geen enkel probleem hadden. De wereld lag voor hen open. Maar op een zeker moment begon Linde, onze oudste dochter, moeilijker te praten. Dingen die ze eerst prima kon zeggen, lukten haar ineens niet meer. Met logopedie kon ze dat weer herstellen, maar na een vakantie was ze het allemaal weer kwijt. Na een zoektocht bleek dat allebei onze meiden een zeldzame stofwisselingsziekte hadden. Op dat moment waren er drie kinderen in Nederland bekend die dat ook hadden. En uit wat we erover konden vinden op internet maakten we op dat die gemiddeld een jaar of vijftien werden.
Nou, dachten we toen, dat is dus over een jaar of tien. Als vader en moeder realiseerden we ons dat we er in die tien jaar iets moois van moesten maken, als gezin. Dat moest op onze eigen manier, daarin waren we heel standvastig. De kinderen groeiden op bij ons thuis en daar deden we er alles aan om te zorgen dat ze het goed hadden. Wel overviel ons soms die onmogelijke gedachte: straks gaat er niemand meer papa en mama tegen ons zeggen. We besloten voor een derde kind te gaan, tegen de stroom in. Onze derde dochter, Eva, bleek gelukkig gezond.
Toen Linde en Jade veertien en elf waren, kwam die deadline van vijftien jaar dichterbij. ‘En nu?’, vroegen we aan de neuroloog waar we intensief contact mee hadden. ‘Maar hoe komen jullie aan die vijftien jaar?’, vroeg hij. ‘Dat heb je niet van mij.’ Toen bleek dat we dat er zelf van hadden gemaakt, omdat dat ook met die andere kinderen zo ging. Maar met deze ziekte kon je daar blijkbaar geen pijl op trekken. Ook al omdat onze middelste dochter Jade een experimentele beenmergtransplantatie had ondergaan, die het verloop van de ziekte beïnvloedt.”
Vooruitkijken
Co en zijn vrouw moesten schakelen. “We beseften dat we al die tijd geleefd hadden met het idee van een ‘beperkte tijd’, waarin we ons ding moesten doen. Het klinkt misschien cru, maar op een of andere manier kun je het wel volhouden als er een soort einddatum is. Nu moesten we gaan nadenken over hoe verder. We zouden tilliften nodig hebben, maar daar was ons huis helemaal niet geschikt voor. Dus we verkochten ons huis en bouwden een nieuw huis waarvan we dachten: hier kunnen we als gezin functioneren en onze kinderen een mooi leven bieden. Hoe lang het ook duurt.”
Een leven dat past bij jou
Wat is dat dan, een mooi leven? Inmiddels heeft Co daar veel over nagedacht. Maar de essentie zat ‘m altijd al in het kunnen meedoen, jezelf kunnen zijn, meetellen en je leven kunnen leiden op een manier die bij jou past. En dat je het niet alleen hoeft te doen. Ook als ouders.
“Want pas als jij jezelf kunt zijn, de rol kunt aannemen die jou past en je ook aan jezelf toekomt, kun je een goede ouder zijn.”
Dat dat voor iedereen anders kan zijn, ontdekten Co en zijn vrouw in hun contact met het gezin van Paul van Dalfsen. “Zij hadden twee gezonde en twee zieke meiden en hadden een soort ritme gevonden waarin ze dingen deden met het hele gezin, maar ook met alleen de twee gezonde meiden. Zij deden aan deeltijdwonen, wat betekende dat hun dochters met een beperking deels thuis woonden en deels extern. Daar snapten wij niks van. Lekker makkelijk, dachten we: je parkeert het probleem bij de buren. Maar toen we daar met hen over spraken, bleek dat we ons daar lelijk in vergisten. Als hun dochters een weekend thuis waren geweest, moesten ze hen op maandagochtend uitzwaaien. En de vrouw van Paul vertelde dat ze dat elke keer weer huilend deed, omdat ze dacht: waarom kan ik dit niet zelf? Toen we dat hoorden, konden we veel beter invoelen wat zoiets betekende voor hen. En daardoor krijg je respect voor elkaars besluiten. Ieder doet wat het beste bij hem of haar past. Dat is een van de fundamenten van het Mooi Leven verhaal: je moet de dingen doen die bij jou passen.”
Natuurlijke rolverdeling
Co en zijn gezin kozen ervoor het leven en de zorg eromheen thuis te laten plaatsvinden. “In die volgorde”, benadrukt Co. “We wilden dat het leven op de eerste plaats kwam. Maar goed, met twee zorgintensieve kinderen heb je aardig wat zorg nodig, dus soms hadden we wel twaalf PGB-mensen om ons heen. Dat was zo’n beetje ons gezin. Het was een team van mensen waar we net zo mee omgingen als met de rest van het gezin. Ze gingen ook mee op vakantie. Samen startten we de dag aan de keukentafel, de taken lagen niet vooraf vast. Dat was prettig, want daardoor ontstond gelijkwaardigheid en niet: jij bent mijn hulpje en je moet doen wat ik zeg. Net als in een gezin hadden ook die zorgmedewerkers verschillende persoonlijkheden en de taken groeiden daar omheen. Elke PGB’er bij ons thuis had zijn kwaliteiten. Sommige waren mega-chaotisch en moest je geen vragen stellen over medicatie, maar die waren voor de kinderen dan weer helemaal het einde. En andere waren juist heel gestructureerd. Maar zeg nou zelf: vaders, moeders en kinderen binnen een gezin zijn toch ook niet allemaal hetzelfde? Er ontstaan rollen die iets te maken hebben met het karakter van de gezinsleden. Zo krijg je rolverdelingen die je niet van tevoren kunt bedenken. En op diezelfde ongeorganiseerde wijze groeide dat ook met die PGB’ers. Die manier van ‘on-organiseren’ is voor mij ook een fundament van het Mooi Leven Huis: als je het loslaat ontstaat er vanuit verbinding vanzelf iets dat werkt.”
Bezieling en verbinding
Het balletje ging rollen toen Paul en Co allebei een carrièreswitch maakten. “Ik ben een marketing-communicatiemens, Paul werkte in vastgoed bij de bank. Op een gegeven moment zat ik alleen nog maar in directiekamers van grote bedrijven. Die directies vonden dat allemaal heel belangrijk, maar ik voelde me nutteloos want er gebeurde niks met mijn adviezen en plannen.” Paul en Co besloten om samen iets op te zetten, iets wat er werkelijk toe deed. “We zijn toen bezieling gaan aanbieden aan bedrijven. Dat klinkt een beetje vaag, maar het ging over verbinding leggen met de plek waar het gebeurt: de werkvloer. Wanneer een medewerker iets van zichzelf in zijn werk kan leggen, en er dus creativiteit mag zijn, dan ontstaat er verbinding. En dat biedt niet alleen die medewerker zingeving, maar komt ook het bedrijf ten goede. We ontdekten dat dit zelfs geldt voor het meest klinische hightech bedrijf dat volledig drijft op een foutloos productieproces.” Met hun visie boden Co en Paul oplossingen aan bedrijven vanuit een ander bewustzijn, buiten de geijkte kaders. Ze deden dit een aantal jaren met succes.
Verbinding in de wereld van Jade
Toch ging er iets schuren. “Terwijl wij die bezieling aanboden aan bedrijven, leefden onze eigen kinderen in een wereld waar de bezieling nul was: de wereld van de zorg. Ja, de mensen die werken in de zorg hebben wel bezieling, maar de meeste organisaties niet. Waardoor ook de bezieling bij veel zorgmedewerkers uitdooft. Als je je kind naar de dagbesteding brengt, heb je geen idee wat zich afspeelt achter de coulissen. Je ziet wie er werken en hoe je ontvangen wordt. Maar hoe dat wordt aangestuurd, daar zie je niks van.”
Ook in de zorg voor hun eigen kinderen zagen ze zorgorganisaties worstelen. Er was gedoe met bestuursstructuren, het persoonsgebonden budget en met ouderinitiatieven die niet goed liepen. Co en Paul richtten het NabijNetwerk op, met als doel meer verbinding en nabijheid te bereiken tussen ouders, zorgprofessionals en zorginstellingen.
Uiteindelijk gaat het om de benadering, aldus Co. “Kun je bijvoorbeeld bedenken dat een professional niet alleen maar een professional is? Dat een moeder niet alleen een moeder is? Het gaat erom dat je je – als mens – probeert te verplaatsen in die ander. En probeert te begrijpen waarom die ander een bepaalde beslissing heeft genomen. Zo ontstaat verbinding.
Verbinding heb je nodig om elkaar te blijven begrijpen. Op het moment dat dat gebeurt, krijg je iets terug. Een ander neemt het van je over. Of maakt het mooier. Het is een soort wederzijdse ruilhandel, waarin je beloond wordt als je de verbinding gezond houdt. En dat voelt relevant, waardoor je het blijft doen. Eigenlijk is dat de hele truc.”
“Verbinding heb je nodig om elkaar te blijven begrijpen.”
Co en Paul deden een belangrijke ontdekking over de wereld van de zorg. “De zorgsector zet haar grootste kennis en kunde in op de achterdeur. Oftewel de plek waar het geld binnenkomt. Alles is daar op ingericht. Wat er op de werkvloer gebeurt is bijzaak. Tegen zo’n raad van bestuur zeiden we dan: maak meer verbinding met de plek waar het gebeurt. De creatieven op de werkvloer – de mensen met ideeën en hart voor hun werk –, die zijn goud waard. Ook voor jullie. Maak ze onderdeel van het geheel, dan pas gaat het werken. Jullie hopen alleen maar dat die mensen zo min mogelijk commentaar hebben en dat je hen kunt aansturen op efficiency. Omdat die geldstroom niet verstoord mag worden.
De zorgwereld ging dus over geld, controleafspraken en bonusmalussystemen. Maar sorry, dat heeft toch helemaal niks te maken met Jade, mijn dochter? Dus we zeiden: jullie weten misschien veel over die beperkingen en hoe je daarmee om moet gaan. Maar verder weet je echt heel weinig. En wij denken dat daar bij jullie ontwikkelruimte zit.”
Waarom sommige ouderinitiatieven stuklopen
In die periode werden Co en Paul vooral ingeschakeld als er problemen waren tussen familie en de zorg. “We waren een soort brandweer die brandjes bluste voor de zorginstellingen. En we ontdekten dat de belangrijkste groep waar die branden zich voordeden, de kleinschalige ouderinitiatieven waren. Hoe kan dat toch, vroegen we ons af. Dat zijn allemaal heel gemotiveerde ouders die heel gemotiveerde mensen in dienst hebben genomen voor de zorg van hun kinderen. Waar gaat dat dan mis? We zaten ermee in onze maag, want ergens in ons achterhoofd hadden we wel het idee dat de ouderinitiatieven een beetje hoorden bij de richting waar we langzaamaan zelf naartoe groeiden: dat je als ouders zelf ook zeggingskracht en zeggingsmacht zou moeten hebben.”
Co en Paul maakten een analyse van wat ze in al die jaren hadden meegemaakt en constateerden: veel ouderinitiatieven zijn in feite een verkeerde reactie van de markt op het niet leveren van het juiste product. “Kijk, er is een mankement in de zorgmarkt, omdat die niet aansluit bij de behoefte van ouders. Dus die ouders gaan het zelf oplossen en gaan hun eigen nest bouwen. Vanuit een soort slachtofferschap gaan ze het gevecht aan met de gevestigde orde. Terwijl er ook een geldstroom is die zij niet zien en die binnenkomt bij de zorgpartij. Die instelling bepaalt vervolgens wat ze daarmee doen. En zo ontstaat er uiteindelijk onvrede. Door een gebrek aan verbinding.”
Co en Paul signaleerden ook dat veel ouders van kinderen met een ernstige beperking vooral in het nu leven. “Dat is een overlevingstactiek. Misschien zijn ze wel bezig met de vraag ‘wat als ik er niet meer ben?’, maar ze roepen zichzelf wel uit tot baas uit van hun ouderinitiatief. De zorgpartij zien ze als uitvoerder. Dat is natuurlijk geen goed toekomstmanagement voor je kind. Wat je ook veel ziet is dat er bijvoorbeeld dertig ouders zijn, waarvan er eentje vindt dat hij de burgemeester is. Dat betekent dat die ‘burgemeester’ in principe een zwakkere ouder wordt. En het zorgt uiteraard voor onvrede binnen de groep. Zo waren er nog meer factoren die de klassieke ouderinitiatieven eigenlijk tot een kwetsbare constructie maakten.”
Positieve energie
Co en Paul realiseerden zich dat er ook een andere kant aan het verhaal zat. “Er zit enorm veel positieve energie en potentieel bij ouders die nauwelijks gezien wordt bij die ouderinitiatieven ‘oude stijl’ – zoals ik het nu maar even noem. Dus we zeiden: kijk naar de dingen die wél werken, want dat zijn de briljanten die het verschil kunnen maken. Kijk, de maatschappij is enorm veranderd. Op het moment dat jij in deze tijd een kind krijgt met een beperking, wil je geen instituut meer dat zegt: kom maar hier met jouw kind, dat gaan wij voor jou oplossen. Dat past gewoon niet meer. Tegenwoordig denken we: hé, dat is mijn kind en daar blijf je met je poten vanaf. En als ik hulp nodig heb, roep ik je wel. Terwijl die aanbieders en financiers nog steeds op de lijn zitten dat zij verantwoordelijkheid overnemen en het gaan oplossen. Dus hoe krijg je die twee in dezelfde leage?”
Samen aan één tafel
Co bedacht hoe makkelijk het vroeger was om allemaal mensen om de keukentafel te hebben die niet vanzelfsprekend aan één tafel zitten. “Als je al die positieve bronnen van ouders en zorg om de tafel kunt zetten en ze samen één doel laat hebben, dan is er veel meer mogelijk dan ze nu bedenken. Maar dan moeten ze wel uit hun loopgraven komen. En accepteren dat zij een bron zijn, maar ook vervuiling met zich meebrengen. Vervuiling door wantrouwen of efficiency of economische haalbaarheid bijvoorbeeld. Dus waar het op neerkomt: je moet veel kwijt, maar tegelijkertijd moet je ook veel omarmen.
“Want eerlijk… het enige dat ik belangrijk vind is dat Jade een gelukkig leven heeft – en dat ze goede zorg krijgt natuurlijk. Dan is het voor mij ook makkelijker en kan ik een betere vader zijn. En iedereen die mij daarbij kan helpen op een prettige manier: be my guest. En als er dan ook nog een professional is die zegt: het enige wat ik wil is dat ik relevant ben voor Jade en haar gezin, hoe zullen we zorgen dat ik dat kan doen en dat ik niet omval omdat jij te veel van mij vraagt? Dan ontstaat er verbinding en kom je een heel eind.”
Het begin van Mooi Leven
Hiermee begon de droom van het eerste Mooi Leven Huis vorm te krijgen. Met zorginstelling Philadelphia deden ze een try-out in Almere. “Niet alles liep meteen op rolletjes hoor. Voor een aantal ouders was het bijvoorbeeld totaal niet vanzelfsprekend dat er ook iets van hén verwacht werd: had hun kind jaren op de wachtlijst gestaan en nu dit? Maar uiteindelijk gingen steeds meer ouders naast ons staan: het ging per slot van rekening over hun kind, daar wilden ze ook wat over te zeggen hebben. En laat dat nou precies zijn waar het ons om te doen was.
“Zo groeiden we langzaam toe naar iets nieuws. We ontdekten dat een democratisch systeem averechts werkte op wat wij voor ogen hadden. Wat wij wilden was dat ouders zich minder als consument gingen gedragen, maar hun eigen rol en verantwoordelijkheid pakten. Eigenaarschap. Maar wel in hun eentje, niet als groep. Dat ‘meeste-stemmengedrag’ levert een groepsgevoel op waar je je alleen maar bij kunt neerleggen: als de groep dit wil, dan ga ik wel mee. Maar wat wij juist wilden creëren was eigenaarschap: het is van jou, het gaat over jouw kind, over jouw gezin. Dus wat wil jij? En toen bleek dat sociocratie een veel betere manier was om ruimte te bieden aan iedereen.” Bij sociocratie draait het om gelijkheid en samenwerking. Iedereen kan ideeën delen en de groep overlegt om de beste beslissing te nemen waar iedereen het mee eens is. Als een team waarin iedereen een stem heeft en waar naar iedereen wordt geluisterd. Ook in het Mooi Leven Huis werken ouders en zorgmedewerkers op een gelijkwaardige manier met elkaar samen.”
Vrijheid en eigenaarschap als sleutel voor betrokkenheid
Co: “Je bent samen verantwoordelijk op een manier die werkt. Als jij een moestuin wil creëren of de ochtendzorg wil doen of het koken wil regelen, dan zeggen we: wat heb je nodig en wie gaat dan doen wat jij eerst deed? Dat vraagt om een vorm van overleg en verbinding waarin je samen naar oplossingen zoekt. Doordat je dat als groep doet, ontstaat er een soort vrijheid. Maar ook verantwoordelijkheid voor je eigen initiatief. Over sommige dingen kun je uiteraard niet onderhandelen. Je kunt niet zeggen: morgen stoppen we met de nachtzorg of met iets medisch omdat ik een leuker idee heb. Maar het thema waar bijna alle vroegere initiatieven op voeren was ‘cliënt centraal’. Wij wilden naar ‘gezin centraal’. En een onderdeel van die gezinnen zijn die mensen met een beperking. Geef het gezin zoveel mogelijk vrijheid en onafhankelijkheid om het op hun eigen manier te doen. Want daarmee stimuleer je vanzelf betrokkenheid. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat een Mooi Leven Huis niets anders is dan een batterij die gezinnen sterker maakt.”
“Vrijheid is de sleutel tot betrokkenheid”
Volgens Co is vrijheid de sleutel tot het slagen van het Mooi Leven Huis, omdat je daarmee meer betrokkenheid van ouders krijgt bij het leven in het huis. Dat is overigens ook een reden waarom het idee van Mooi Leven ook wordt omarmd door de markt en beleidsmakers. “Het is win-win. Over tien jaar is er al een derde minder mensen beschikbaar voor de zorg. Terwijl: als we de zorg op de huidige manier voortzetten, zal over twintig jaar juist een op de drie of vier mensen in de zorg moeten gaan werken. Dus de energie die ouders leveren is een heilige graal. En Mooi Leven lijkt dat in de vingers te hebben: vrijheid als sleutel voor betrokkenheid.”
Gezinstrots
Hoe werkt dat dan in de praktijk met die vrijheid en betrokkenheid?
“Nou, het zorgsysteem werkt bijvoorbeeld graag met corveediensten, zodat ze daar in hun rooster rekening mee kunnen houden. Op het moment dat je dan aan een moeder vraagt ‘zou jij op onze corveelijst willen?, dan denkt ze ‘één keer per maand zal wel lukken’. Maar in het Mooi Leven Huis maken wij een compleet ingerichte studio waar alles in zit voor het gezin. Waar het gezin zich thuis, warm en veilig voelt. Waar zij baas zijn achter die deur. Waar ze kunnen komen en gaan wanneer ze willen. Waar ze een badkamer en een keuken hebben. Zie het als een flatje waar jouw kind altijd is en waar jij soms ook bent. Op de momenten dat jij daar bent, heb je quality time met je kind en is er tegelijk minder zorg en ondersteuning vanuit het huis nodig. En dan blijkt dat ouders niet eenmaal per maand komen, maar drie keer in de week.
Op basis van dat gegeven hebben we een planningsinstrument ontwikkeld, waarbij ouders van tevoren aangeven wanneer ze iets van plan zijn en zo kun je daar als organisatie op acteren. Als je dat dan optelt, zie je dat dat bij elkaar heel veel uren zijn. We creëren een faciliterende omgeving die mogelijk maakt dat ik kan doen wat ik wil, wanneer en hoe ik dat wil. Die vrijheid is cruciaal om op verder te bouwen. Als het uit jezelf komt, ben je ook bereid om meer te investeren. Dat voelt warmer aan in je eigen borst. En zo krijg je ‘gezinstrots’, zoals ik het graag noem.”
Puur Natuur
Vanuit het NabijNetwerk ondersteunen Co en Paul ook woonzorggemeenschap Puur Natuur. In deze gemeenschapsvorm ziet Co weer nieuwe uitdagingen en kansen. “Puur Natuur gaat een stap verder. Door een Mooi Leven Huis – zoals wij dat bedacht hebben – te integreren in een bredere gemeenschap voor mensen die willen leven in harmonie met de natuur en met elkaar. In die gemeenschap kunnen dus ouders, broers, zussen, opa’s en oma’s gaan wonen van de bewoners van het Mooi Leven Huis. Maar vooral ook ziet Puur Natuur zich als een gemeenschap voor mensen – met of zonder kinderen – die affiniteit hebben met natuurlijk en zorgzaam wonen in een ecologische gemeenschap.”
“Ik denk dat mensen die zorgzaam zijn naar de aarde van nature ook zorgzaam zijn naar andere mensen”
Die ecologische invalshoek van Puur Natuur ziet Co als een voordeel. “Daarmee trek je gelijkgestemden aan op het onderwerp duurzaamheid en ecologie. Je hebt dan al een grondhouding die de bewoners onderling verbindt. En eerlijk gezegd denk ik dat mensen die zorgzaam zijn naar onze aarde van nature ook zorgzaam zijn naar andere mensen. Het is prachtig dat er ook mensen gaan wonen die geen intensieve zorg nodig hebben. Tot nu toe zijn we in het Mooi Leven Huis vooral bezig geweest met hoe we de zorg kunnen regelen op een manier die helpt bij mooi leven. Terwijl woonzorggemeenschap Puur Natuur toe gaat naar een vorm die gaat over ‘leven’. En bij leven hoort het meedoen. Het verbinden tussen wel en niet beperkt zijn. Omdat het allemaal bij het leven hoort.”
Meer weten over Puur Natuur, Mooi Leven en het NabijNetwerk?
www.woonzorggemeenschappuurnatuur.nl
www.mooilevenhuispuurnatuur.nl
Tekst: Joske Lamers
in samenwerking met de kerngroep van Puur Natuur